zondag 12 juni 2011

Weer thuis

En toen waren we na 57 dagen weer thuis. Na een heerlijke tijd namen we vrijdagavond op de Esplanade in Cairns afscheid van Australië: voor het eerst in deze vakantie met een biertje.


Zaterdagmorgen stonden we om 3.30 uur op om te beginnen aan de lange reis in drie trajecten naar huis. Quantas en Cathay Pacific brachten ons van Cairns via Sydney en Hongkong naar Amsterdam. Op de meeste trajecten was er buiten niet veel te zien. Alleen de zonsondergang  boven Noord-Australië was prachtig.


Slapen was er niet echt bij; een paar hazenslaapjes van een uur of een half uur, dat was het wel.


Vanmorgen om 6.10 uur landden we op Schiphol. We waren toen 34 uur in touw. Inmiddels is het nu zondagavond 21.45 uur. Ik ben nu 50 uur wakker. Ineke heeft van vanmorgen en vanmiddag een paar uur gepit. We hopen vannacht goed te slapen.

Het was een grote verrassing dat Annerieke en René vanmorgen op Schiphol stonden met de auto. Wij waren van plan met de trein te gaan, maar ze brachten ons met de auto naar Nijkerk. Super!

We kijken terug op een geweldig mooie vakantie in een prachtig land met veel aardige mensen. We zullen het missen: elke dag samen, de prachtige kusten, de vrijheid om elke dag in te delen zoals we wilden en een plek te zoeken waar we wilden. We schakelen over van het leven in de camper op drie vierkante meter naar de 150 vierkante meter van Kombuis 111. En van het elke avond opbouwen en opmaken van het bed naar het zomaar in een bed stappen dat klaar staat. Maar ook van de internetcontacten naar de ontmoeting van aangezicht tot aangezicht en van hart tot hart met kinderen, kleinkinderen, vrienden en gemeenteleden.

We hebben genoten van een prachtig deel van Gods schepping. En gaan nu weer aan de slag op diverse plekken in Gods Koninkrijk.

donderdag 9 juni 2011

Klein drama

Het is hier vrijdagmorgen. Deze blog komt uit het Holiday Inn Hotel in Cairns waar we een uur geleden zijn aangekomen.

Dinsdag maakten we de afdaling uit de hoogvlakte naar de kust. De Big4-camping in Redclyf, tien km van Cairns, is die dag ons eindpunt.


Dan woensdag. We gaan rond 10 uur met de Scenic Railway – de toeristische trein – van Freshwater Station in Cairns naar het veel hoger gelegen Kuranda. Het is een rit van anderhalf uur over de spoorlijn die tussen 1886 en 1891 is aangelegd: vooral voor het vervoer van mensen en materialen voor de goudwinning. Toen daar een eind aan kwam werd Kuranda vooral een trekpleister voor ieder die vanuit de tropische warme kustvlakte hogerop verkoeling zocht. Het is een mooie rit langs watervallen en door het regenwoud.


We slenteren in Kuranda vervolgens een paar uur langs de tientallen souvenirwinkeltjes die het dorp telt. In het restaurant dat we voor de lunch uitkiezen, slaat de ergernis toe, als we meer dan drie kwartier op de bestelde (en al betaalde) ‘seafood platter’ en ‘tandoori barramundi salad’ moeten wachten en we die vervolgens haastje-repje moeten opeten om op tijd te zijn voor de terugreis. En excuses, ho maar!

Die terugreis gaat met de Skyrail: een kabelbaan die pal over de toppen van het regenwoud heengaat met onderweg twee stops, waar je allerlei wetenswaardigheden over het regenwoud kunt opdoen: bijvoorbeeld dat maar 1% van het (zon)licht de bodem van het dichte en hoge regenwoud bereikt. De tientallen boomsoorten hebben daarom tal van ‘trucjes’ ontwikkeld om zo goed mogelijk van dat kleine beetje licht te profiteren.


Donderdag houden we ons gemak. Na het opstaan worden we geconfronteerd met een klein drama in onze directe omgeving. De vorige dag hebben we foto’s gemaakt van de kleine duif die achter onze camper in een palmboom op een nest zit. Maar donderdagmorgen ligt de tak met het (lege) nest afgebroken op de grond. En de buurvrouw vertelt over de ‘horrible cat’ die de vorige avond met één sprong het nest bereikte en ‘murdered two baby-doves’. De moeder zit eenzaam en verdrietig op het dak van onze camper.


We nemen die dag afscheid van de prachtige tropische stranden van Queensland op Trinity Beach.


Thuisgekomen ontdekken we schuin achter onze campingplaats een heuse bananenboom. Eigenlijk weten we pas sinds een paar dagen hoe die er uit zien. Op de campingboom zien we de bananen hangen, maar op de bananenplantages zit er ter bescherming meestal een grote plastic zak om de bananentrossen heen. Overigens blijken bij de stalletjes aan de kant van de weg en bij de plantages de bananen vier keer zo goedkoop te zijn als bij de supermarkt: 3 dollar tegen 12 dollar per kilo.


Vandaag, vrijdag hebben we aan het eind van de ochtend de camper bij Kea Campers afgeleverd: zonder enige schade op een gebroken glas en koffiepot na. 


Ook geen schade aan het voertuig dus en dat is best wel een wondertje, gelet op een paar narrow escapes, vooral als ik bij het oprijden van een rotonde vergat naar rechts (!) te kijken. We hebben er 6364 km mee gereden: veel minder dan de twee keer in Amerika. We hebben het zeker de tweede helft van de vakantie erg op ons gemak gedaan. Voor die ruim 6300 km hadden we 640 liter diesel nodig (gemiddelde literprijs $ 1,50). De camper reed dus 1 op 10 en dat is heel andere koek dan de grote bakbeesten die we in Amerika hadden en die 1 op 4 reden!

Morgenochtend vliegen we op 5.45 uur Australische tijd met Quantas  in drie uur van Cairns naar Sydney. Daar moeten we vijf uur wachten. Daarna is het negen uur vliegen naar Hongkong (met Cathay Pacific) , waar we drie uur overstaptijd hebben. Van Hongkong naar Amsterdam is het dan nog twaalf uur vliegen, opnieuw met Cathay Pacific. Alles bij elkaar dus 24 uur vliegen en acht uur wachten. Zondagmorgen hopen we om 6.35 uur met vlucht CX 271 op Schiphol te arriveren.



dinsdag 7 juni 2011

Because He lives

Zaterdagmorgen laten we Noah Beach achter ons en rijden we weer naar het Zuiden: kilometers langs door een tunnel van tropisch regenwoud.


We steken de Daintree River opnieuw met de ferry over.


Newell Beach, ten Noorden van Port Douglas, is voor die dag ons eindstation.

Zondagmorgen gaan we in Port Douglas naar de kerk. Een paar dagen geleden zijn we daarover getipt door Eva Martin - van Drempt (geboren in Lochem) van de CRCA in Sutherland, met wie we op een camping aan de praat raakten. Het is een dienst van de Uniting Church, zeg maar de PKN van Australië, die elke zondag wordt gehouden in St. Mary's by the sea, vlak bij de haven: een prachtig kerkje met een groot raam achter de dominee, waar door je pal op de zee kijkt. 


De dienst staat onder leiding van iemand die zo Engels spreekt dat we het heel goed kunnen verstaan. Je hoort er de Nederlandse achtergrond dwars doorheen: Engels zoals (o)pa Van Santen Engels sprak, zei ik tegen Ineke. Het blijkt Johannes van Dijk te zijn, die op 16-jarige leeftijd vanuit zijn woonmplaats Kampen naar zee ging en jaren later door God geroepen werd tot werk in Zijn kerk en Koninkrijk. ‘De visserman moest visser van mensen worden’, zegt hij na de dienst tegen Ineke. 


Het is een ontroerende dienst. Alle kerkgangers mogen vertellen waar ze vandaan komen: behalve uit alle delen van Australië komen ze uit Engeland, Maleisië, Zuid-Korea, Thailand en Nederland. Alle liederen die we zingen, zijn bekend: Van het ‘old rugged cross’ tot ‘Amazing grace’, en van ‘Als een hert dat verlangt naar water’ tot ‘Omdat Hij leeft, ben ik niet bang voor morgen’: 'Because He lives I can face tomorrow, because He lives all fear is gone. Because I know He holds the future. And life is worth the living just because He lives’. We zingen het met heel ons hart en met tranen in onze ogen.

De preek wordt gehouden door een zendeling van de Fiji-eilanden: een radicale oproep om te breken met de zonde, je aan God toe te wijden en te laten zien dat Christus in je leeft. Amen, Hallelujah en klappen in de handen bevestigen op tal van momenten tijdens de preek dat de kerkgangers het er van harte mee eens zijn. Een vrouwelijke ouderling bidt indringend dat ieder van de aanwezigen Christus persoonlijk zal kennen. Ze bidt heel persoonlijk voor een pas getrouwd stel in de kerk dat uit Brisbane komt en op huwelijksreis is. De tranen lopen hen over de wangen.
Na de preek vieren we het avondmaal. Opnieuw ontroerend: … alle stammen, natiën en talen… En als Ineke en ik voor in de kerk het brood uitgereikt krijgen, klinkt het uit de mond van Johannes van Dijk: De Here zegene je, broeder; de Here zegene je zuster.


Na afloop van de dienst slenteren we over de markt die in het park naast de kerk wordt gehouden. In de allereerste kraam vindt Ineke tot haar vreugde een mooie jurk voor de bruiloft van Arjan en Nina eind deze maand.


’s Middags rijden we terug naar Mareeba waar we al eerder zijn geweest. Onderweg zien we zeker twintig km lang om de paar honderd meter links en rechts van de weg grote steenklompen, vaak zo’n beetje met dezelfde vorm, waarvan we ons tot op dit moment afvragen, hoe die daar gekomen zijn en of ze een speciale betekenis hebben.


Onze volgende halteplaats is de camping in het natuurpark Graniten Gorge: een oase in een woeste omgeving. De grote trekpleister daar zijn de rockwallabies (dwergkangaroes) die hier uit je hand eten.

Overdag zitten ze op hun eigen rotsen, maar ’s avond zwerven ze over de camping. En dat vindt Ineke echt niet leuk en daar wordt ze erg onrustig van ...


We blijven hier tot dinsdag. Dan gaat het richting Cairns: onze laatste halteplaats.

En verder
… feliciteren we Tom en Hanan met hun a.s. verjaardagen.

zaterdag 4 juni 2011

Noah Beach

Na de krokodillentocht steken we met de ferry de Daintree River over, op weg naar ons volgende stekkie: Noah Beach Campground. Dat zijn 16 kampeerplekken in het Daintree National Park, 50 meter van een wit Bountystrand. De slogan is hier: ‘where the rainforest meets thee reef’, en zo is het inderdaad. Het regenwoud loopt tot aan het strand. We staan hier twee volle dagen. De foto's maken duidelijk waarom.


Op vrijdag maken we een uitstapje naar de meest noordelijke plek waar je met een gewone auto kunt komen: Cape Tribulation, waar de Engelse captain Cook (van de Iglo) in 1770 met zijn schip Endeavour strandde. Wil je vanhier verder naar het Noorden, dan heb je een 4WD nodig.

En verder
… maken wormen de mooiste figuren op het strand.


… zijn er geen douches bij Noah Beach, maar met een kom water kom je een heel eind.


Krokodillen

Donderdag rijden we verder naar het Noorden, naar de Daintree River. Het is opnieuw een prachtige rit in een afwisseling van suikerrietvelden, bossen, strand en bergen.


Bij de Daintree River stappen we op een kleine boot onder leiding van schipper Jan (die op zesjarige leeftijd uit Duitsland vertrok) voor een zoektocht naar de krokodillen die hier zijn. En jawel, we zien jonge (zo’n 40 jaar oud) en oude krokodillen (meer dan 100 jaar oud).


Schipper Jan is krokodillenspecialist en vertelt dat deze beesten op land een snelheid kunnen ontwikkelen van 45 km/uur en in het water van 38 kim/uur. Ineke probeert hem geruststellende woorden te ontlokken over het zwemmen in zee, maar Jan raadt dat met bloedstollende verhalen sterk af.